Dementie
Zorg

De juiste zorg bij dementie

Dementie heeft een behoorlijke invloed op het leven van de dementerende, maar ook op de nabije omgeving. In eerste instantie kan men met de nodige aanpassingen nog gewoon thuis wonen, maar na verloop van tijd zal men verder in het dementieproces komen en zal men moeten verhuizen. Zorgservice Brabant vertelt er meer over.

Vervolgstappen na de diagnose

Als dementie eenmaal als diagnose is vastgesteld, staat zowel de persoon zelf als de nabije omgeving met enorm veel vragen. Daarbij moet ook de boodschap op een goede manier worden overgebracht met de desbetreffende persoon. Wat gaat er bijvoorbeeld gebeuren in de nabije toekomst? Men wil natuurlijk nog zo lang mogelijk thuis blijven wonen, dit kan in eerste instantie ook nog gewoon, maar na verloop van tijd zal er wel steeds meer zorg nodig zijn.

Dementiezorg en begeleiding

Bij dementiezorg zijn er verschillende vormen van zorg of begeleiding. Op basis van persoonlijk zorgplan wordt de frequentie van de zorg bepaald. Bij dementie kan men echter na verloop steeds minder voor zichzelf zorgen, dus hierdoor zal regelmatig de zorgbehoefte worden geëvalueerd. Deze zorg en begeleiding zal vaak beginnen met simpele taken zoals eten en drinken, maar zal uiteindelijk doorgaan naar het verzorgen van de complete daginvulling inclusief verzorging in de nacht.

Kleinschalig wonen

Als eenmaal de stap wordt gezet om te verhuizen, zal de patiënt kleinschalig moeten gaan wonen. Hierbij wordt vooral veel waarde gehecht aan herkenbaarheid en huiselijkheid, zodat de patiënt hoewel steeds minder gaat herkennen, zich onbewust wel heel erg thuis voelt. Daarbij wordt er ook behoorlijk wat druk weggenomen bij de mantelzorger als deze stap eenmaal is genomen.

Belevingsgerichte zorg

Bij dementie zijn er verschillende fases waarin de dementerende zich kan bevinden. Daarom wordt de zorg ook aangepast op hoe deze op dat moment de wereld beleeft. Hierbij wordt dan geprobeerd om zoveel mogelijk houvast te bieden voor de patiënt, waardoor verdwaaldheid, angst en onveiligheid zoveel mogelijk beperkt kunnen worden.